dinsdag 14 augustus 2018

Het nut van het Algemeen


Enkel een ruit scheidde hem van de straat
waar een feest aan stenen en drilboren
klonk ook voor wie het niet wilde horen,
door een drietal heren van metterdaad.

De klok zei half negen en hij vroeg,
waarom dit zo vreselijk nuttig mocht heten:
gezette mannen, ontblote bilspleten
altijd druk doende en nooit genoeg.

Geen stad, geen huis kan zomaar blijven staan
zonder timmeren, schuren, zagen, hakken,
daarbij passen helaas wat ongemakken
die de burger nu eenmaal moet ondergaan.

Voor het schone en zo hoge doel
mag nachtrust hem worden afgenomen,
ligt zijn tuin in stof, sneuvelen bomen
en schalt onophoudelijk het gejoel

van radio’s op die zenders gezet
waar Hollandse zangers de muzen onteren.
Hoe zou hij zich daartegen kunnen verweren?
Zonder nut woonde hij niet in een flat

en keek hij uit op een knus zandpad,
misschien zelfs wel met stilte overgoten,
dat had hem vast zeer ernstig verdroten…
Hij draaide zich om, zijn hoop gevat

op de vrouw in de stoel, die daarop zei:
‘Ga jij es vragen of ze koffie willen,
die jongens staan maar te zweten en te tillen,
daar hoort een bakje troost toch wel bij!’

- Dichtkring RondRijm